Interview

Thomas Cleij, decaan Universiteit van Maastricht: "Bachelor Circular Engineering leidt ingenieurs van de toekomst op"

Foto: Thomas Cleij, credits Thom Frijns

 

“Als we het circulaire vraagstuk hier niet met elkaar opgelost krijgen, is er geen toekomst voor de chemische industrie in West-Europa”

 

Thomas Cleij is decaan van de bètafaculteit van de Universiteit van Maastricht. Sinds dit collegejaar heeft hij een nieuwe bacheloropleiding toegevoegd aan het onderwijsaanbod: Circular Engineering. Die moet de ingenieurs van de toekomst opleiden. “Het is verrassend dat er in de wereld niet eerder iemand op dit idee is gekomen. Dat klinkt misschien arrogant, maar zo bedoel ik het niet.”

 

Hoe hij het wél bedoelt: Thomas Cleij ziet het als zijn taak om goed en toekomstbestendig techniekonderwijs te bieden. Dat is de basis voor het idee voor een nieuwe opleiding. Daarnaast kijkt hij naar het profiel van zijn universiteit, de onderwijsfilosofie die gestoeld is op problem based learning de regio waarin hij werkt en de maatschappelijke en ecologische uitdagingen vanuit technisch perspectief. Voor Cleij was het daarom logisch om juist deze bachelor te ontwikkelen. “We wilden iets toevoegen aan het Nederlandse onderwijslandschap, iets wat er nog niet was.”

 

Wat voegt de opleiding Circular Engineering toe aan het Nederlandse onderwijslandschap?

“We leiden studenten breed op en maken de opleiding integraal onderdeel van de ingenieur van de toekomst. De afgelopen jaren gingen ingenieurs op zoek naar het optimum van de techniek, zochten naar de goedkoopste of meest efficiënte oplossing, de meeste tomaten per vierkante meter. Maar er is een nieuwe dimensie bij gekomen. De ingenieur van de toekomst werkt aan technische oplossingen die rekening houden met maatschappelijke en ecologische vraagstukken.

 

“Die nieuwe ingenieur zoekt dus de balans tussen grondstoffen, milieu en publieke opinie.”

 

Hoe is circulariteit in de nieuwe opleiding verweven?

“Laat ik vooropstellen; het is een echte ingenieursopleiding, geen verslapte ingenieursopleiding. Binnen de opleiding brengen we circulaire vaardigheden bij. Met name bij stages, projecten en onderzoeken, daar laten we circulariteit terugkomen. Dat is logisch, want we halen een deel van ons onderzoeksgeld ook uit dat domein. Als we voorbeelden willen inzetten, gebruiken we circulaire voorbeelden. En als we studenten aan iets willen laten rekenen, gebruiken we Life Cycle Analyses.

 

“Uiteindelijk leveren we een ingenieur af die overal aan de slag kan en circulair vaardig is.”

 

Welk type student lever je af?

“Ik ben een wetenschapper, maar het antwoord hierop is helemaal niet wetenschappelijk. Ik proef en merk dat we studenten opleiden die in staat zijn onderwerpen en domeinen met elkaar te verbinden en dwarsverbanden te leggen. En heel goed kunnen nadenken over wat de oplossingen van morgen moeten zijn. Ze zijn flexibeler, creatiever ook wel. En, zeer belangrijk, ze hebben voldoende academische vaardigheden.”

 

De bachelor is afgelopen september gestart, is het een succes?

“Dat is nog te vroeg om te concluderen. Dat is een vraag voor het interview van over een jaar. Wat ik wel kan zeggen: we zijn gestart met ruim twintig studenten, de instroom voor volgend jaar is naar verwachting fors hoger. Hoe hoog is even afwachten, maar het trekt wel. Het is blijkbaar een niche die interessant is voor studenten.”

 

De opleiding past bij de faculteit, gaf je aan. Maar ook bij de regio. Waarom?

“We hebben de grote chemie corporates om de hoek; Chemelot, bedrijven als SABIC, Arlanxeo en OCI Nitrogen. We bouwen daar samen aan de Chemelot Circular Hub. En in de regio Venlo zit veel mkb met innovatieve maakbedrijven. Innovaties in de zaadveredeling (BASF), glastuinbouw, alle machines eromheen, agri-oplossingen voor future farming en voedselverwerkingssystemen; de hele waaier, van heel klein tot heel groot, hebben we hier allemaal dichtbij.”

 

Hoe valt de circulaire insteek bij het bedrijfsleven?

Er was een behoefte aan een bèta gesprekspartner in deze regio. Met de faculteit is die er. En nu, nu we specifiek de focus op circulariteit hebben, trekt dat veel nieuwe partijen aan.

 

“Ik zeg: wij zijn de academische partner voor de grondstoffentransitie.”

 

Als je af wilt van fossiele grondstoffen voor je producten, zijn er twee opties; biobased of recycling, chemisch dan wel mechanisch. Voor beide oplossingen leveren wij de technische studenten af en doen wij fundamenteel en toegepast onderzoek.”

 

Komen de organisaties op je af, of moet je zelf de hand uitsteken?
“Dat is een combinatie van beide. We hebben de keuze gemaakt om met ons onderwijs heel dicht op de bedrijven te gaan zitten. Die keuze is echt instrumenteel. Dat doen we via onze Brightlands Campussen, in Maastricht, Venlo, Geleen en Heerlen.

 

“Wij zeggen als universiteit niet tegen bedrijven: kom maar naar ons als u een vraag hebt. Wij zeggen: wij komen wel bij u in de achtertuin zitten.”

 

We brengen actief studenten naar bedrijven toe om daar dingen te doen. Zo wordt de afstand, en daarmee de drempel voor bedrijven veel kleiner om met ons in contact te komen.”
“Neem Chemelot, daar zitten we gewoon samen met de medewerkers in het bedrijfsrestaurant. Om samenwerking te bevorderen, moet je mensen fysiek bij elkaar zetten. Dat klinkt triviaal, maar het werkt. Het succes van de campus is dat je daar samen zit. De dynamiek van studenten die op een zonnige dag op een veldje aan het frisbeen zijn, die werkt aanstekelijk. Dan bloeien grote en kleine samenwerkingen, en ontstaan kleine bedrijfjes.”
“Wij praten veel met bedrijven, we zijn heel makkelijk met het aangaan van publiek-private samenwerkingen. Mijn insteek is: wij moeten winst uit de samenwerking halen, maar de bedrijven ook, we moeten daar niet extreem academisch in willen zijn. In de regio is daar de mentaliteit ook naar, dat scheelt.”

 

Wat zou je adviseren aan instituten die een vergelijkbare opleiding willen opzetten?
“Ten eerste, kom langs. Ik zie onszelf als een proeftuin voor nieuw onderwijs. En het is open source. Dus kom kijken en haal eruit wat je nodig hebt. Ik ben niet in concurrentie. Je mag onbeperkt kopiëren.”
“En daarnaast: bij het ontwikkelen van deze opleiding hebben wij in Maastricht ook het voordeel gehad dat we een jonge faculteit zijn. Ik ben niet gebonden aan een bestaande bedrijfsstructuur en cultuur. We konden helemaal vanaf nul beginnen. Bij bestaande faculteiten moet je misschien veel meer moeite steken in het overtuigen van onderzoekers en onderwijzers over bepaald nieuw onderwijs. Dat is ook logisch, die hebben een beproefde manier van onderwijs geven, al jaren, en dan komt er iemand met een gek idee die zegt: zullen we het eens allemaal anders gaan doen. Ik zou dus zeggen tegen mijn collega’s: laat de bestaande ingenieursopleiding zoals-ie is en start er een nieuwe naast. Dat is makkelijker dan een bestaande opleiding verduurzamen.”

 

Welke duurzame kansen zie je voor de regio nu de faculteit nauw samenwerkt met het bedrijfsleven?

“Wij zijn als universiteit onderdeel van de duurzaamheidsagenda van de regio. En die regio wil vooruitstrevend zijn in de chemie van de toekomst. Ik geloof heel erg in circulariteit. Wij kunnen ontzettend veel doen met het hergebruiken van resources. Die locatie van Chemelot is natuurlijk ideaal. Als je kijkt wat je in een straal van anderhalf uur rijden aan afval kunt inzamelen en verwerken, dat is enorm. Het Ruhrgebied zit er in, de Brusselse regio zit er in, een deel van Wallonië.

 

“Dit is dé plek voor de circulaire transitie, om die hier te bedenken en vorm te geven.”

 

Als we het circulaire vraagstuk hier niet met elkaar opgelost krijgen, met alle bedrijven en de academische wereld, is er geen toekomst voor de chemische industrie in West-Europa.”

“En we krijgen het opgelost. De mensen die we opleiden, die gaan dat doen. Die gaan de gekke ideeën bedenken hoe dat moet. Ik zou willen dat de wereld naar ons kijkt en denkt: voor nieuwe circulaire chemische oplossingen moet je in Nederland zijn. Circulaire chemische technologie moet aan het lijstje van Nederlandse specialismen worden toegevoegd, net als weg- en waterbouw ooit.”

 

Lees meer over de bachelor Circular Engineering van Universiteit Maastricht.