Interview

John Heynen, RVO-adviseur Horizon Europe: “Als jouw voorstel zeer excellent is, dan is de slagingskans 100%”

Het Europese subsidieprogramma Horizon Europe biedt mogelijkheden voor circulaire projecten in de maakindustrie. Maar hoe vind je die binnen dit complexe programma? We gingen in gesprek met John Heynen, National Contact Point voor Horizon Europe bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Hij maakte met het ministerie van EZK een Wegwijzer voor oproepen die in februari 2024 ingediend moeten worden.

 

“Als je eraan mee wilt doen, moet je nu beginnen”

 

Wat biedt het Horizon Europe programma?

“Horizon Europa bevat een pijler Global Challenges, gericht op het stimuleren van sleuteltechnologieën en oplossingen die het EU-beleid en de doelen voor duurzame ontwikkeling ondersteunen. Daarbinnen is er het Cluster 4 Digital, Industry & Space met twee thema’s (‘destinations’) die vooral gericht zijn op industrie:

Destination 1 (Twin Transiton) richt zich op de combinatie van groene en digitale oplossingen Hieronder valt bijvoorbeeld een call (oproep, red.) voor het onderwerp ‘Manufacturing as a Service: Technologies for customised, flexible, and decentralised production on demand’ met een budget van 35 miljoen.

Destination 2 (Resilient Value Chains) richt zich op het creëren van ketens die Europa minder afhankelijk maken van de rest van de wereld. Binnen deze onderwerpen zijn calls opgesteld voor de ontwikkeling van ICT-tools zoals productpaspoorten, en andere calls gericht op de circulaire transitie.

In onze Wegwijzer Horizon Europe calls hebben we de actuele circulaire calls geel gearceerd.”

 

Wat levert een Horizon Europe subsidie op voor bedrijven?

“In eerste instantie is het natuurlijk de funding die bedrijven krijgen voor een project. De kosten voor een Horizon project worden gefund voor 60 tot wel 100%, afhankelijk van de soort call. Als het om onderzoek gaat is het vaak 100%, bij een demopilot gaat het vaak om 70%, vaak veel hoger dan nationaal. Maar als je achteraf vraagt aan bedrijven: waar heb je nou het meeste aan gehad, dan zeggen ze: ‘Aan het netwerk wat ik opgebouwd heb, en dat geld was mooi meegenomen.’ “

 

“De voornaamste benefit om deel te nemen in dit soort programma’s: je bouwt in no-time een enorm netwerk op.”

 

Hoe werkt die netwerkvorming?

“Het begint ermee dat je in een consortium zit dat bestaat uit 10 tot 15 bedrijven en instellingen uit allerlei hoeken van Europa. Dan word je uitgenodigd voor meetings in Brussel om het verhaal van het project te komen vertellen en daar kom je dus ook weer allerlei andere projectuitvoerders tegen, die met vergelijkbare of aanpalende projecten bezig zijn waar ook weer telkens 10 tot 15 partners inzitten. Zo krijg je dus een breed spectrum aan contacten die allemaal min of meer in jouw veld bezig zijn. Het is een manier om internationaal aan de slag te gaan. Verder doe je kennis op van andere partijen in Europa die in dezelfde branche bezig zijn. Het is echt een boost om je eigen kennis als onderneming te verdiepen of te vergroten.”

 

“Er komen ook vaak samenwerkingen uit voort, en nieuwe klanten.”

 

Wat is de rol van een maakbedrijf in een Horizon Europe project?

“Ik kreeg bijvoorbeeld laatst een verzoek van een Duits onderzoeksinstituut dat met de call Manufacturing as a service bezig is. Ze zijn daar modellen voor aan het ontwikkelen, en willen dat in de praktijk uittesten. Ik heb dat onderzoeksinstituut gekoppeld aan een Nederlands maakbedrijf dat daar een rol in kan spelen en zo’n casus kan uitwerken.

Maar ik ken ook een bedrijf dat een waterzuiveringstechnologie heeft ontwikkeld en dat 10 miljoen heeft binnengehaald om hun proeffabriek mede mee te financieren.”

 

 

Wat moet je weten voordat je begint aan een aanvraag?

“Als je meedoet in zo’n Horizon project, dan moet je wel op de een of andere manier naar buiten toe communiceren wat je aan het doen bent en die kennis ook delen met je partners.

 

“Het is een samenwerkingsproject, dus dat moet je ook echt doen”

 

Verder is een goede aanvraag geen sinecure. Het kost echt veel werk om een goede aanvraag in elkaar te draaien. De RVO-adviseurs kunnen conceptvoorstellen doorlezen en dan commentaar leveren, maar daar houdt het wel op. De administratieve last die je hebt als het project eenmaal draait moet je ook niet onderschatten. Je moet je uren bijhouden, wanneer je je deliverables aflevert, en daar bewijs van leveren, dat soort dingen. Niet iets wat je op de achterkant van een bierviltje doet.”

 

Wat kan een bedrijf doen als het een interessante call ziet?

“Eerste stap is om die call goed te bekijken: kun je daar wat mee? Daarna kun je ons bellen en dan kijken wij: wat wil je precies, past dat erin en als het past: zijn er al consortia mee bezig zijn en zou je daarbij kunnen aansluiten? De meeste innovatieve bedrijven zijn kleine bedrijven en MKB-ers die niet zelfstandig op een call inschrijven. Via buitenlandse collega’s krijgen we vaak aanvragen van partijen die bezig zijn met een bepaalde call: Hebben jullie Nederlandse partijen die hier interesse hebben en hierin willen aanhaken?

 

“We maken en schakelen tussen partijen”

 

Het is helaas geen garantie tot succes, want het is zoeken naar een speld in een hooiberg en het komt ook vaak genoeg voor dat we moeten vertellen: Het is wel een goed idee, maar wij kunnen jullie nergens aanhaken. Gelukkig kan een bedrijf ook zelf veel doen om consortiumpartners te vinden (zie de tips aan het einde van het artikel)”.

 

Tot slot: je hoort vaak dat de slagingskans niet hoog is, klopt dat?

“Ja, het is hoog competitief. De succesrate van Nederlandse bedrijven ligt tussen 20 en 30%. Waar het vooral om gaat is dat je een goed voorstel maakt met een goed gebalanceerd consortium, dat de rol van de consortiumpartners duidelijk is. De EU wil wel graag dat er MKB-bedrijven meedoen, dat is altijd een plus maar het moet geen ‘excuus-MKB-er’ zijn.”

 

“Het is een tenderregeling, dus als jouw voorstel zeer excellent is, dan is de kans 100%”

 

 

Meer weten?

 

In oktober 2023 vinden meerdere online voorlichtingsbijeenkomsten plaats:

 

 

EXTRA: 5 tips voor het vinden van een consortium en -partners

  • Neem contact op met John Heynen (zie rechterkolom) of andere ‘National Contact Points’ bij RVO.
  • Benader de contacten die je al hebt bij een universiteit of ander kennisinstituut. Wellicht zijn ze zelf al bezig met een vergelijkbare call of willen ze helpen met jouw idee of project. De meeste succesvolle aanvragen en consortia komen vaak voort uit het eigen netwerk!
  • Kijk of in eerdere jaren een vergelijkbare call is geweest (bijvoorbeeld bij Cordis) en bekijk welke projecten zijn gehonoreerd en welke partijen daaraan hebben meegedaan. Die zouden interesse kunnen hebben in een vervolg waar je bij aan kunt sluiten.
  • Schrijf je (anoniem) in bij de databank zakenpartners van Enterprise Europe Network zodat partijen kunnen reageren op jouw profiel en zoekvraag.
  • Schakel een subsidieadviesbureau om consortiumpartners voor je te vinden. Hier zijn in de regel wel kosten aan verbonden.

 

Dit artikel is gepubliceerd in oktober 2023.